De Standaard Magazine 6 februari 2021 - interview met Ephameron
‘Het moederschap is geen roze wolk’
‘Nooit meer alleen’, het nieuwe beeldverhaal van Ephameron, is een ontroerende wandeling door het prille ouderschap en alle sterke emoties die daarbij horen.
Wie een kind krijgt, is nooit meer dezelfde, het is een aardverschuiving in een mensenleven. Die ingrijpende ervaring onderzoekt Ephameron in haar nieuwe graphic novel. Ze liet zich inspireren op haar beleving als moeder, maar ook door talloze gesprekken met anderen. ‘Nooit meer alleen is geen encyclopedie van individuele ervaringen, ik wilde uit al die verhalen een gemeenschappelijke beleving puren en een tegenbeeld geven van de traditionele weergave van het moederschap – de geïdealiseerde madonna met kind – want het moederschap is geen roze wolk. Ik wilde een eerlijke, ongecensureerde blik.’
‘Ik was een van de eerste moeders in mijn vriendenkring, dus ik hoorde niet veel over de donkere kant van het moederschap. Die eerste jaren is het hard schrikken hoezeer je jezelf moet wegcijferen. We krijgen altijd te horen dat we onszelf moeten ontplooien, een mooi en rijkgevuld leven moeten leiden. Als je creatief bezig bent of gepassioneerd bent in je beroep, is het lastig om die vrijheid op te geven voor een kind.’
‘Er kwam veel naar boven in de gesprekken die ik had: veel inzichten, maar ook veel verdriet. Dat was fel en intens. Een kind kan soms een belemmering zijn. In sommige omstandigheden wordt het zo’n grote belasting dat mensen de neiging hebben er niet voor te zorgen. Dat kan ik me persoonlijk niet inbeelden, maar ik kan het wel invoelen en er begrip voor hebben. Soms heb ik dat gevoel een fractie van een seconde, maar als het escaleert, ga je je kind de schuld geven van zaken die niet lukken of van tijd die er niet is, of van zaken die misgaan met de partner.’
Eenzaamheid in samenzijn
‘Moederschap en schuldgevoel gaan hand in hand: je voelt je schuldig omdat je iets denkt, omdat je iets voor jezelf doet, omdat je je kindje na drie maanden al naar de crèche brengt. Angst en bezorgdheid zijn er ook altijd: heeft hij wel genoeg gegeten? Is ze wel groot genoeg? Ik was in het begin bijvoorbeeld heel bang wanneer ik het babykamertje binnenkwam en mijn zoontje heel stil zag liggen. Dan besprong me de angst dat hij dood zou zijn.’
‘Nooit meer alleen: dat is het eerste wat mijn moeder zei toen ze hoorde dat ik zwanger was. Vanaf nu is er altijd iemand met wie je rekening moet houden. In dat samenzijn zit ook eenzaamheid. Tegelijk wilde ik de mooie kant van het ouderschap belichten. Er zit veel verwondering in het boek: van het kind over de wereld, van de moeder over haar kind. Een kind krijgen is ook terugkeren naar je eigen kindertijd omdat je dingen herbeleeft. Als er een kind bij je is, durf je dingen te doen die je alleen nooit zou doen, zoals zwaaien naar een vrachtwagen op de brug en blij zijn als hij terug toetert. Ik vind het fijn om mee te gaan in die naïeve blik. Die heb ik ook in het boek verweven door kindertekeningen in te lassen of me erop te baseren, of door de handschriften van mijn zoontje te gebruiken. Die energie vond ik belangrijk.’
‘Sinds ik moeder ben, heb ik een veel grotere gevoeligheid voor kinderen in verhalen dan voorheen. Ik zag onlangs in een museum een bronzen beeldje van een man die op het punt staat een kind te slaan. Daar word ik emotioneel van. Soms overvalt me ook ontroering: als dat mensje dat er door jou gekomen is iets moois zegt of doet, of een indrukwekkend Lego-bouwwerk maakt.’
Traag lezen
‘De vormgeving van het boek vertelt mee het verhaal. De tekst wordt bijna naar buiten gedrukt, ik wilde een claustrofobische sfeer creëren. Ik dring ook een traag leesritme op. Je hoeft niet per se eerst de tekst en dan de beelden te bekijken of andersom, ik wilde experimenteren met de leeservaring. Ik zie dit boek als een wandeling door het ouderschap, meer een tentoonstelling dan een strip.’
‘Voor mij heeft het ouderschap een laag toegevoegd aan het leven. Door de dood van mijn vader heb ik begrip voor verlies, nu heb ik begrip voor de pijn en de schoonheid van het opgroeien. In die zin is Nooit meer alleen het spiegelbeeld van mijn vorige beeldverhaal, Wij twee samen, over de vroegdementie van mijn vader: iemand die zijn bewustzijn en de taal verliest tegenover iemand die opgroeit en zich de taal eigen maakt. Ik heb zes jaar gewerkt aan dit boek, het heeft mijn pad als moeder gevolgd. Op het einde vliegt het kind steeds meer uit. Loslaten: ook dat moet je leren.’
De Zondag 7 februari 2021 - interview met Ephameron
ANTWERPEN – Met het boek Nooit meer alleen weefde Ephameron ervaringen van jonge ouders samen tot een gevoelig en sfeervol beeldverhaal. Vandaag is ze van 10 u tot 18 u aanwezig in De Studio met de tentoonstelling van een selectie van originele waterverfschilderijen die ook in het boek zijn te bekijken.
Nooit meer alleen gaat over het moederschap in al haar facetten. Voor deze tentoonstelling heb ik een installatie gemaakt met werken die ook in het boek gebruikt zijn. Ik wil met deze expo een soort van venster bieden op het thema en alle contrasten en aspecten aan bod laten komen. Ik ben zelf ook aanwezig op de expo en vind het een mooi moment om met het publiek in contact te komen en in dialoog te treden. Alles verloopt uiteraard helemaal coronaproof. Er mogen slechts zes momenten per tijdsblok binnen en alles is dus heel veilig, net zoals in een museum.
Voor Nooit meer alleen interviewde je heel wat mensen?
Dit nieuwe boek gaat over ouderschap en hoewel ik zelf een zoon heb, zitten er eerder weinig persoonlijke ervaringen in dit boek. Ik heb zelf een stap terug genomen en heb heel wat mensen geïnterviewd over hun ervaringen met het ouderschap en ben op zoek gegaan naar een soort gemeenschappelijke lezing. Ik sprak met moeders, met vaders, met mensen zonder kinderwens, met mensen waarbij het niet lukte en met mensen uit verschillende culturen. De ervaringen gaan heel breed en het was aangenaam om te ontdekken hoe makkelijk het is voor onbekenden om hun ervaringen open en bloot te delen met mij.
Wat mogen de lezers van Nooit meer alleen verwachten?
Het is geen doorsnee stripverhaal, maar eerder een koffietafelboek, of kunstpublicatie. Ik raak heel wat universele en vaak ook zware thema’s aan over het ouderschap. De drie personages – vader, moeder en kind – bewegen zich doorheen het boek en tonen heel wat herkenbare taferelen en emoties over het ouderschap.